ATEX - Bescherming tegen explosierisico

ATEX komt van het franse woord “atmosphère explosible”. Dit heeft betrekking tot alle situaties waarbij personen met een explosierisico te maken hebben. Het kan gaan om stof, dampen zoals benzine, maar ook stofwolken van bijvoorbeeld toner of meel. De ATEX wetgeving bestaat uit de ATEX 114 richtlijn en de ATEX 153 richtlijn. Deze richtlijnen zijn er om te zorgen dat werkgevers hun personeel beschermen tegen onveilige werksituaties. Deze twee richtlijnen zijn opgenomen in de Warenwet en de Arbowet.

ATEX 114 Richtlijn

De ATEX 114 richtlijn - voorheen de ATEX 95 richtlijn - bepaalt aan welke normen het apparatuur en de producten moeten voldoen die in de explosiegevaarlijke omgevingen staan. Deze omgevingen worden ATEX-zones genoemd. Ook beschrijft deze richtlijn op welke manier fabrikanten moeten aangeven aan welke eisen de apparatuur voldoet. 

Explosieveilige apparatuur en producten die voldoen aan de ATEX 114 richtlijn zijn voorzien van een zeskant symbool met 'ex' erin. Zoals hier vertoond.

ATEX 114 richtlijn

Dit symbool staat voor de ATEX 114 richtlijn

ATEX 153 Richtlijn

ATEX 153 richtlijn - voormalig ATEX 137 richtlijn - beschrijft welke veiligheidseisen getroffen moeten worden door werkgevers zodat werknemers veilig en gezond kunnen werken met explosiegevaar. Hiervoor moeten werkgevers aan bepaalde verplichtingen te voldoen:

  • Werknemers dienen opgeleid te zijn om in explosiefgevaarlijke omgevingen te kunnen werken
  • Installaties en machines moeten worden geïnspecteerd, onderhouden en aangelegd worden door installatieverantwoordelijke medewerkers.
  • In de gebieden waar explosiegevaar dreigt te ontstaan moet worden aangegeven welke explosieve stoffen er aanwezig zijn en de hoeveelheid hiervan
  • Gevaarlijke gebieden dienen ingedeeld te worden in ATEX-zones

Explosie gevaarlijke gebieden worden aangeven met het volgende driehoek:

ATEX 153 richtlijn

Dit symbool staat voor de ATEX 153 richtlijn

ATEX-zones

Vanuit de ATEX 153 richtlijn dienen werkgevers verplicht gevaarlijke gebieden in te delen in ATEX-zones. Deze zones dienen te worden opgenomen in een veiligheidsdocument. De explosie risico's worden vastgesteld op basis van een risico's inventarisatie en evaluatie. De ATEX-114 goedgekeurde apparatuur zijn onderverdeeld in categorieën, die aangeven in welke zones deze mogen worden toegepast. 

  • De zones met gas- of dampexplosiegevaar worden aangeduid met zone 0, 1 of 2.
  • De zones met stofexplosiegevaar worden aangeduid met zone 20, 21 of 22.

Om de juiste zone indeling te krijgen wordt er gekeken naar verschillende factoren en onderdelen.

  • De gevarenbronnen - alle punten waar gas, damp of stof vrij kunnen komen - worden in kaart gebracht;
  • Er wordt berekend welke hoeveelheden gas, damp en stof in het gebied vrij kunnen komen;
  • De kans wordt berekend dat er een gevaarlijk explosief mengsel aanwezig is.

Voor een uiteindelijke zone-indeling wordt er gekeken hoe vaak een explosief mengsel kan ontstaan. De zone-indeling ziet er als volgt uit:

Zone Type explosie gevaar Frequentie
Zone 0 Gas explosie gevaar > 10% van de bedrijfsduur
Zone 1 Gas explosie gevaar tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur
Zone 2 Gas explosie gevaar < 0,1% van de bedrijfsduur
Zone 20 Stof explosie gevaar > 10% van de bedrijfsduur
Zone 21 Stof explosie gevaar tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur
Zone 22 Stof explosie gevaar < 0,1% van de bedrijfsduur

EN 1149 voldoet aan ATEX richtlijn

ATEX richtlijn is geen veiligheidsnormering. De ATEX richtlijn geeft weer aan welke eisen bedrijven zich moeten houden om te werken in explosiegevaarlijk gebieden. Zoals welke veiligheidskleding er gedragen moet worden. Kleding welke gecertificeerd zijn volgens de EN 1149 normering voldoen aan de eisen die in de ATEX richtlijn staan.